zaterdag 9 februari 2019

Bilderberg-lezing minister Hoekstra teleurstellend.

Onderstaand artikel verscheen ook als opiniestuk in het ED op dinsdag 12-02-2019 
https://www.ed.nl/mening/hoekstra-is-geen-pastoor-maar-een-politicus~af4fdd07/






In het ED van zaterdag 9-2 stond de samenvatting van de Bilderberg-lezing, die onlangs door onze minister van Financiën Wopke Hoekstra gehouden is tegenover een groot publiek van ondernemers en captains of industry.

Het is fijn om te vernemen dat deze CDA-prominent zich zorgen maakt over de gewone gezinnen, “de ruggengraat van de samenleving” en de verslechterde positie van de  middenklasse. Daarbij refereert hij aan een WRR-rapport.  Hij stelt ook vast dat de jongeren  in de lagere sociale klassen misschien niet meer gaan studeren omdat ze te bang zijn voor eventuele hoge schulden. Duidelijk is Hoekstra als hij het heeft over de schrikbarende inkomensongelijkheid met een factor 171 tussen het jaarinkomen van een ceo en het gemiddelde werknemerssalaris.

Om daarna de aanwezigen op te roepen deze zorgen te delen en vooral er iets aan te gaan doen, is als een pastoor of predikant, die de gelovigen oproept hun leven te beteren. Hoekstra realiseert zich kennelijk niet dat hij geen religieus leider is, maar een politicus van wie verwacht wordt via regels en wetten heldere kaders en afspraken te maken. Dus geen kwestie van charitas en vrijblijvendheid, maar juist via uniforme wetgeving.

Geloofwaardiger en overtuigender is een vergelijkbaar verhaal van topondernemer en CEO Feike Sijbesma van DSM tijdens het World Economic Forum in Davos dit najaar. Voor een gehoor van internationale topondernemers was dit de juiste plek, want hij praat wel voor eigen “parochie”.

Hoekstra vergeet kennelijk ook dat juist het CDA als belangrijke regeringspartij,  de afgelopen decennia heeft meegewerkt aan de invoering van ditzelfde studie-leenstelsel. Het CDA heeft ook te weinig zelf gedaan aan verbeteringen van pensioenen en minima. Het CDA werkte zelfs mee aan versoepeling van het ontslagrecht en een verslechtering van de rechtspositie voor werknemers met vaste contracten.             

De titel:  ”Help mij Nederland te hervormen” is daarom volstrekt misplaatst. Het klinkt als een smeekbede, maar wel op de verkeerde plaats. Een minister moet via regeringsbeleid op het vlak van belastingen en sociale wetgeving een meerderheid zien te verwerven zodat een wet wordt aangenomen en geëffectueerd.  

Eerder was er een meerderheid in de politiek om Topinkomens in de publieke sector aan maxima te binden, de zogenaamde Balkenende Norm, notabene een CDA-voorman. Toen was het CDA vooruitstrevend en nu moet men weer een stap verder gaan door ook CEO’s-  en directeurssalarissen binnen één cao te laten vallen en te reguleren. 
De wetenschappelijk vastgestelde Tinbergennorm voor inkomensverschillen dateert al uit de jaren 70 van de vorige eeuw en wacht op invoering. Hoe belangrijk deze inkomensgerelateerde zaken zijn blijkt ook uit de studie van Wilkinson & Pickett: “The spirit level” . Oud-PvdA voorman Cohen benadrukte dit al in 2011 in zijn Kerkdijklezing. Bij de SP- en GL-top is er zeker ook steun voor te vinden.


Hoekstra doet een serieuze oproep om de verhouding tussen samenleving , overheid en bedrijfsleven meer in balans te brengen . Daar ging juist mijn boek “Trias Politica Ethica” uit 2006 al over, mede gebaseerd op een door Rudolf Steiner ontwikkelde maatschappijvisie. 

Wetenschappelijke bewijzen liggen er dus genoeg, maar het is juist aan de politiek om het voortouw te nemen. Zij hebben het mandaat van de burger en kiezer, dus ga daadkrachtig aan de slag. 

Update:
Begin april komt de grote Nederlandse verzekeraar ASR met ook 60% Angelsaksische aandeelhouders  in het nieuws met een geheel nieuw beloningsbeleid voor de top. Het lijkt alsof ze hebben geluisterd naar de minister van Financiën, want het nieuwe voorstel is helemaal in lijn met de eerdere oproep. Er komt geen variabele bonusregeling meer in aandelen en dus alleen een vast salaris, conform de loonschalen uit de cao. Bij nieuwe cao-afspraken stijgen alle salarissen in het bedrijf dus met hetzelfde percentage. Nog belangrijker is dat de topsalarissen maximaal een factor 20 hoger mogen zijn dan het gemiddelde werknemerssalaris. Dat is weliswaar nog geen Tinbergen-norm maar wel rigoureus veel lager dan de nu gangbare factor van 170. Hopelijk stimuleert dat de intrinsieke beloning van bestuurders en zal de bedrijfscultuur zeker een positieve boost geven.   


woensdag 13 januari 2016

In memoriam Piet Steenkamp

Onderstaand artikel is ook als ingezonden stuk verschenen in het ED op 15 januari 2016

foto van ANP-archief.nl
Postuum eerbetoon aan prof. Piet Steenkamp.

Afgelopen dinsdag kwam het bericht in de media dat al op vrijdag 8 januari  de grondlegger en aartsvader van het CDA was overleden op de respectabele leeftijd van 90 jaar. Deze grote politicus die al vanaf 1967 een aanloop nam en honderden spreekbeurten gaf om de geesten bij CHU, ARP en KVP rijp te maken voor een fusie die in 1980 zijn beslag kreeg. Deze combinatie van confessionele partijen was daarna erg succesvol. Steenkamp was niet alleen een bevlogen politicus maar ook een belezen en gedreven wetenschapper. Zelf heb ik als student Technische Bedrijfskunde in de jaren rond 1980 aan de Technische Universiteit te Eindhoven les gehad van deze kleine maar wijze man. Hij had een verfijnd woordgebruik en een ietwat te hoog stemgeluid. Hij gaf het vak Sociaal Recht samen met zijn donkergekleurde collega Campbel. Een indrukwekkend duo en niet alleen in de verschijning. Hij was als Hoogleraar bij Studium Generale een verademing tussen alle technische studierichtingen en vakken en hij bracht de actualiteit en de politiek naar Eindhoven. Ademloos heb ik zijn colleges gevolgd en zijn syllabus bestudeerd. Achteraf kan ik wel zeggen dat hij voor mij zeer inspirerend is geweest en mede heeft bijgedragen aan mijn huidige maatschappijvisie zonder dat ik dezelfde politieke kleur heb.  In mijn boek Trias Politica Ethica heb ik mijn verwerking daarvan gegeven.  http://triaspoliticaethica.blogspot.nl/2008/06/boek-trias-politica-ethica.html

Piet Steenkamp is geboren in Uithoorn, maar heeft lang in Eindhoven (een appartement in Woensel) gewoond waar hij ook is overleden. Hij was al zeven jaar weduwnaar en laat drie kinderen na en een grote groep kleinkinderen.
Naast zijn politieke en wetenschappelijke carrière heeft hij ook een grote bestuurlijke staat van dienst. Behalve partijvoorzitter heeft hij ook acht jaar het voorzitterschap van de 1e Kamer vervuld in de jaren 1983 tot 1991. Hij was in totaal bijna ruim 14 jaar Eerste Kamer lid (1965 tot 1999) en hoogleraar aan de TU/e vanaf 1960. Er wordt van hem gezegd dat hij dagelijks 9 dagbladen doornam inclusief Duitse en Amerikaanse kranten. Hij behoorde later tot de linkervleugel in het CDA en stond daarom ook bekend als "Rooie" Piet. Als ondernemer was hij voor een winstdelingsregeling met het personeel en voor inspraak en medezeggenschap van werknemers.  
Door een toeval kwam ik enkele jaren geleden weer in contact met een klasgenootje van de eerste twee jaren van het gymnasium, Yvonne Buck. Hoewel ik op een jongensinternaat  zat , Rolduc in Kerkrade , was de school  ook toelaatbaar voor meisjes. Yvonne behoorde tot deze eerste lichting. Zij is later politiek actief geweest in het wetenschappelijk bureau van het CDA samen met Jan Peter Balkenende en Ab Klink. Yvonne is ook in de Eerste Kamer terecht gekomen voor het CDA en werd verkozen tot voorzitter als opvolger van Piet Steenkamp.  Dankzij Yvonne heb ik de mogelijkheid gehad om de Eerste Kamer te bezoeken op een rustig moment. Daar heb ik ook de eregalerij gezien met olieverfschilderijen van oud-voorzitters. Yvonne Timmerman-Buck zoals ze nu heet is de eerste vrouwelijke voorzitter geweest en valt daar nu ook te bezichtigen naast het portret van Piet Steenkamp.

Met het overlijden van Piet Steenkamp verliest Nederland niet alleen een groot politicus,   wetenschapper en staatsman, maar ook iemand die zich jarenlang met hart en ziel heeft ingezet voor de publieke zaak. Hij kan nog gerekend worden tot de generatie van waardige politici, die niet beticht is geworden van het nastreven van eigenbelang .    
         

vrijdag 30 mei 2014

Verdeel Vermogen en Inkomen beter.

Onderstaand artikel is ook verschenen als opiniestuk in het Eindhovens Dagblad 4 juni 2014.

In verschillende media is het onderzoek van de Franse econoom Piketty besproken. In zijn dikke boek  "Le Capital" en in het Engels "Capital", dat nog in het Nederlands vertaald moet gaan worden, wordt wetenschappelijk aangetoond dat de rijken steeds rijker en de armen steeds armer worden..
Zo was er een uitgebreid NRC-artikel van econoom Bas Jacobs (3 mei) en meerdere columns van Maarten Schinkel, Marike Stellinga en Rosanne Hertzberger.  In het Eindhovens Dagblad van 27 mei heeft journalist Marga van Zundert in haar opinie artikel het onderzoek in een breder perspectief geplaatst. Dat er iets moet gebeuren wordt duidelijk als je je realiseert dat de 85 rijkste mensen meer geld hebben dan de helft van de wereldbevolking! In Nederland is het zelfs zo dat de 3 rijkste mensen meer hebben dan de helft van de bevolking, oftewel 8,4 miljoen burgers. Moreel gezien en vanuit het oogpunt van rechtvaardigheid is dat natuurlijk onwenselijk, het is gewoon niet eerlijk. Rijker maakt ook niet gelukkiger stelt van Zundert terecht. In samenlevingen waar de verschillen kleiner zijn, zijn de mensen wél gelukkiger! Wat in het betoog van de journalist niet aan bod komt zijn de inkomensverschillen en de maatschappelijke, sociale gevolgen van een toenemende ongelijkheid.

foto:Wilkinson&Pickett

In 2009 hebben de Engelse wetenschappers Wilkinson & Pickett het boek The spirit level geschreven dat gaat over inkomensverschillen en de maatschappelijke gevolgen daarvan. Beiden  zijn hoogleraar aan de universiteit van York en schreven dit boek na tien jaar studie. Het boek bevat een schat aan statistische informatie en vele meta-analyses over meerdere landen van Europa en de Verenigde Staten.
De uitkomst is verrassend eenvoudig maar tegelijkertijd schokkend: er bestaat een nauwe correlatie (sterk verband) tussen enerzijds de inkomensongelijkheid in een land en anderzijds een groot aantal sociaal maatschappelijke factoren zoals misdaad, gezondheid, onderwijs en zelfmoord. Met als belangrijkste conclusie: “Hoe kleiner de inkomensongelijkheid,hoe beter al deze cijfers uitvallen”! Gek genoeg vind je een dergelijk verband niet wanneer je naar indicatoren zoekt voor de rijkdom van een land zoals BNP/hoofd van de bevolking of gemiddeld inkomen in een land. Het is dus geen kwestie van welvaart of genoeg geld hebben om al deze maatschappelijke problemen aan te pakken! 
Op het dit jaar gehouden World Economic Forum in Davos, werden de resultaten bekend gemaakt van een onderzoek over potentiele bedreigingen voor de wereldeconomie. Deskundigen noemden daarbij de inkomensongelijkheid als de belangrijkste bedreiging!  In zijn in januari 2014 gehouden State of the Union benadrukte president Obama ook het belang van een beperkte inkomensongelijkheid. Decennia geleden verdiende een gemiddelde directeur 30 keer zo veel als het overige personeel en dat is nu ruim 300 keer.   
                    
foto: Jan Tinbergen


Jan Tinbergen bepleitte al decennia eerder (rond 1970) een vaste verhouding tussen de hoogste en laagste inkomens in een bedrijf (factor 4) en ook in een land (factor 7). Zijn de verschillen groter, dan werkt dat in een bedrijf contraproductief. Bij een land leidt dat tot ongewenste maatschappelijke effecten. Dit wordt wel de Tinbergennorm genoemd. Hij wordt de grondlegger van de econometrie genoemd en is de enige Nederlandse econoom die ooit de Nobelprijs voor de economie kreeg. Kort geleden hebben de Zwitsers voor een referendum over 12:1 kunnen stemmen, maar dat is verworpen. Helaas hebben niet alle burgers voldoende wetenschappelijke kennis. 


In 2015 is er een gedegen studie uitgevoerd door Broer Akkerboom om precies te achterhalen in welk wetenschappelijk werk van Tinbergen als macro-econometrist precies de verantwoording staat van zijn als ideale inkomensverhouding voor economie en samenleving. Zie ook https://www.mejudice.nl/docs/default-source/bronmaterialen/op-zoek-naar-bron-tinbergennorm.pdf  
Gek genoeg kunnen we nergens daarvoor het bewijs leveren maar is deze Tinbergennorm toch blijven hangen in linkse PvdA en vakbonds-kringen, bij econoom en pvdA-prominent De Galan  en in beleidsvoorstellen zoals de Interim-nota inkomensbeleid uit 1975 van de regering Den Uyl.

De Amerikaanse Managementgoeroe Peter F. Drucker heeft ook al in een provocerend artikel in de Wall Street Journal (23 mei 1977) gepleit voor een vaste maat tussen het hoogste en laagste inkomen in een bedrijf . Hij betitelde dit beleid als een noodzakelijke en meest radicale innovatie.

Politici hoeven echter niet langer meer te wachten. Doen ze dat wel dat kunnen revoluties het gevolg zijn. De lenterevoluties in Noord-Afrika zijn ontstaan uit onvrede over de uitzichtloze armoede. Wil men de sociaal-maatschappelijke problemen van armoede, overgewicht, zelfmoord, criminaliteit, babysterfte, lage levensverwachting, werkeloosheid, percentage tienermoeders, schooluitval en zelfs lage schoolprestaties aanpakken dan hoeft men hiervoor slechts één instrument te gebruiken: het beperken van de inkomens- en vermogensongelijkheid!
Bedenk eens hoe groot de huidige maatschappelijke kosten zijn, om al deze problemen afzonderlijk aan te pakken, zonder dat dit tot nu toe een heel goed resultaat oplevert. Het kan dus anders!
Het verkleinen van de inkomensongelijkheid kan op velerlei verschillende manieren via bv progressieve belastingheffingen of inkomensafhankelijke regelingen voor zorg en onderwijs. In de VS zelfs heeft men een inkomstenbelasting van 72% gehad!
De meest effectieve manier is echter om behalve een basisinkomen ook een maximum-inkomen in te voeren. Natuurlijk geldt dat niet alleen voor de overheidssector zoals in het geval van de Balkenendenorm, maar ook voor het bedrijfsleven en zelfs voor de vrije beroepen. Dit heb ik ook in mijn boekje “Trias Politica Ethica uit 2011 bepleit. De maatschappelijke voordelen van een onvoorwaardelijk basisinkomen zijn overtuigend aangetoond door jarenlange experimenten in een gemeente in Canada.





Op basis van de resultaten van het onderzoek van Wilkinson & Pickett is in Canada (in 2013) The Wagemark Foundation opgericht waar bedrijven of organisaties een keurmerk (certificaat) kunnen verkrijgen. Voorwaarde is wel dat op basis van een accountantscontrole blijkt dat het verschil tussen het hoogste en laagste salaris binnen de organisatie maximaal een factor 8 bedraagt. Inmiddels zijn er zo'n dertig bedrijven gecertificeerd waarvan de meeste in Canada , de VS en Denemarken. In Nederland zullen er zeker ook bedrijven zijn in de categorie Social Enterprises, die hieraan willen voldoen en zich ook gaan aanmelden.
Het belang van het beperken van de inkomens- en vermogensongelijkheid is dus geen voorstel van een linkse politieke partij, maar een wetenschappelijk feit dat alle politici ongeacht hun voorkeur moeten nastreven, als ze het werkelijk goed voor hebben met de samenleving! Hier ligt een effectief medicijn voor maatschappelijk welzijn !

maandag 10 december 2012

Recensie van E.Bakkum

Trias politica ethica --- Innovatief èn erudiet
Publicatie: Nearchus C.V. (2011, Assen)

Geplaatst op Sociaal Vooruit: 24 september 2012
E.A. Bakkum is eindredacteur van de periodiek Sociaal Vooruit, en een betrokken PvdA lid. Hij is beroepsmatig werkzaam bij het Socialistisch Centrum, waar hij de functie van zaakwaarnemer vervult.













Het boek Trias politica ethica is een politiek-ethische bijdrage aan de waardendiscussie vanuit de antroposofische richting. Gelukkig zijn voor de auteur Rudolf Thelosen de teksten van Rudolf Steiner niet meer dan een bron van inspiratie. Thelosen slaagt erin gepast afstand te houden, met als positief gevolg dat Trias politica ethica een oorspronkelijk werk kon worden. De titel is zelfs speciaal door de auteur bedacht om aan het antroposofische concept van de maatschappelijke driegeleding een eigen invulling te kunnen geven. Ook lovenswaardig, zeker voor een politiek-filosofisch boek als dit, is de toegankelijke en prettige schrijfstijl.

De driegeleding (voortaan trias politica ethica) verwijst naar de gebieden van het sociale, het recht, en de economie. De overheid is de drager van de gemeenschappelijke visie. Een nieuwe moraal is nodig om het vertrouwen van de burgers te herstellen. De drie gebieden zijn de steunpilaren voor drie kernwaarden, respectievelijk de vrijheid, de gelijkheid en de solidariteit. De overheid moet enerzijds ruimte scheppen voor het individuele geestesleven (cultuur, onderwijs, wetenschap enzovoort), en anderzijds de dominantie van de economische sfeer terugdringen. In navolging van Steiner is Trias politica ethica rigoreus in de koppeling van elk gebied aan zijn kernwaarde.

Interessant is dat Thelosen sympathie voelt voor de ideeën van de Nederlandse staatsman Abraham Kuyper. Vooral de gedachte van soevereiniteit in eigen kring spreekt hem aan. Niet helemaal verrassend moet in het onderwijs de vrijheid triomferen over de gelijkheid. En in de bijlage (p.84) wordt het gezin warm aanbevolen als de hoeksteen van de samenleving. Het verschil met Kuyper lijkt vooral te zitten in de opvattingen over de economie. Trias politica ethica pleit voor een solidaire associatie van producenten, en wil strenge regelgeving om economisch machtsmisbruik te voorkomen. Het boek stelt dat momenteel het evenwicht tussen de kernwaarden is verstoord. De ondernemers zullen bakzeil moeten halen. Dit soort denkbeelden herinnert enigszins aan het religieuze socialisme van W. Banning c.s., al wordt die zelf niet genoemd in het boek.

De menselijke creativiteit is de motor van de vooruitgang. Kunst en cultuur verdienen overheidsbescherming, maar moeten inhoudelijk helemaal vrij worden gelaten. Dezelfde houding is nodig in het onderwijs en de wetenschap. In al deze gevallen is het doel de ontplooiing van de individu. Economische motieven horen niet thuis in deze sfeer. Aan ondernemerskunstjes is hier geen behoefte. Of om het preciezer te formuleren, de individuele keuzevrijheid zal tenslotte vanzelf leiden tot een optimaal economisch resultaat (p.89-90). Je moet vertrouwen op de innerlijke drive van de mens. Immers, elke dag aan de tril zijn gaat snel vervelen. Overigens moet óók de overheid zich afzijdig houden. Centraal opgelegde leerplannen bijvoorbeeld zijn uit den boze.

De economie dreigt de sfeer van het publieke recht te doordringen. Het zij nogmaals herhaald: een triumf zou funest zijn. Trias politica ethica levert met name felle kritiek op de Verenigde Staten van Amerika. Zelfs wordt een hele bladzijde (p.42-43) besteed aan de terroristische aanslagen op 11 september 2001 (door de auteur of drukker mysterieus verplaatst naar 2003). Daarin wordt (verrassend) de aandacht gevestigd op de complottheorieën. Was een derde partij in het spel, bijvoorbeeld de CIA?

Er moet tegen worden gewaakt, dat de marktwerking te ver doorschiet. Dit geldt zeker voor de zorgsector, waar de solidariteit het leidende principe moet zijn. De afschaffing van het ziekenfonds is een verbetering, omdat de patiënt nu echt keuzevrijheid heeft gekregen (p.87). Doelgroepen kunnen zo beter worden bediend. Desondanks zijn in de gezondheidszorg de toetsingscriteria van effectiviteit en efficiëntie moeilijk operationeel te maken. Ethische afwegingen blijven onvermijdelijk. Ook is er collateral damage, zoals de groei van het aantal onverzekerden. Trias politica ethica ziet een soortgelijk dilemma in de nutssector. Per saldo lijkt het boek daar te kiezen voor privatisering van de productie, maar niet van de distributie (p.83).

Het publiceren van nieuws is te commercieel geworden. Feitelijk behoort dit tot de sociaal-maatschappelijke sfeer. Er is te veel aandacht voor geweld, zo mogelijk ook nog in tricolor. De kijker wordt behandeld alsof hij geen drie kan tellen. Je wordt er triest van. De media en de filmindustrie zouden hier zelfcensuur moeten toepassen, vooral met het oog op de jeugd. Er is een overdaad aan populaire programma's met een laag moreel gehalte. Zo is er geen kunst aan.

Het meest originele deel vormen de hoofdstukken over de economie. Het zal menigeen verrassen, maar in dit gebied moet solidariteit de kernwaarde zijn. Daarom heeft het private eigendom er geen plaats. Anderzijds bieden staatsbedrijven evenmin een oplossing, waarbij wordt verwezen naar de Oost-Europese plan-economieën. Tenslotte triomfeert toch altijd weer het private bedrijfsleven. Daarom moeten de publieke organisaties in concessie worden gegeven aan vrije ondernemers. Zij moeten onder het functiewaarderings-systeem blijven vallen, omdat daarmee het bekende zakkenvullen effectief wordt voorkomen. De exorbitante zelfverrijking is aanstootgevend, welhaast triest. Met inkomenspolitiek biedt je een garantie voor arbeidsrust. Hoe rijker hoe gieriger, hoe armer hoe plezieriger.

In essentie moet de economie gebaseerd zijn op sociaal verantwoord ondernemen. Het bedrijfsleven kan niet zonder ethiek. Deze is het beste gewaarborgd binnen het Rijnland-model. Interessant is, dat Trias politica ethica meer macht wil geven aan de consumenten. De realisatie van deze wens is beslist niet triviaal. Steiner heeft voorgesteld om associaties te vormen, die bestaan uit producenten, handelaren en consumenten. Tres faciunt collegium, dat wil zeggen, alle goede dingen komen in drieën. Het boek noemt een aantal voorbeelden van ondernemingen, die aanhaken bij dit concept (Ben & Jerry's Homemade (nu Unilever), Van Leer NV (nu Greif), The Body Shop). Tegelijk wordt erkend, dat dit uitzonderingen zijn. Duurzaamheid vereist het afscheid van de wegwerp-maatschappij. Het betekent, dat we de reparatie van goederen weer in ere herstellen.

Het boek sluit optimistisch af. Trias politica ethica (het concept, niet het boek) is praktisch bruikbaar, verzekert het de lezer. En het moet gezegd worden, het ontbreekt Trias politica ethica bepaald niet aan temperament. Zijn vergezichten zijn gedurfd en vaak aanlokkelijk, en de voorgestelde economische structuur is zelfs revolutionair. Toch zit de grootste kracht juist in de nuancering. Waar andere wereldverbeteraars zich vastbijten in hun gelijk, daar ziet Trias politica ethica óók het positieve in de feitelijke ontwikkelingen. Truditur dies die. Bijzonder aardig zijn de tritsen praktijkvoorbeelden, die worden aangevoerd om het betoog te illustreren, verlevendigen en onderbouwen. Dat maakt het boek innovatief èn erudiet.

donderdag 28 juli 2011

Herdruk Trias Politica Ethica


Tweede en herziene druk is nu verkrijgbaar !

Trias politica ethica
Een politiek-ethische bijdrage aan de waardendiscussie.


Maatschappelijke problemen en een groeiende onverschilligheid ten opzichte van de politiek laten zien dat ons democratisch bestel voor verbetering vatbaar is.
De trias politica ethica bevat de gezichtspunten die tot een vernieuwing van onze samenleving kunnen leiden. Wanneer parlement en regering in wetgeving zorg dragen voor een afgebakend gebied voor de economie enerzijds en het sociaal maatschappelijke leven anderzijds, kunnen de drie gebieden zich, in een gezonde wisselwerking tot elkaar, naar hun eigen wetmatigheid ontwikkelen.
De trias politica ethica mikt op een herwaardering én praktische toepassing van de beginselen van vrijheid, gelijkheid en solidariteit.
In dit boek wordt aan de hand van een groot aantal actuele vraagstukken getoond hoe deze gezichtspunten tot richtinggevende principes kunnen uitgroeien.
(Info van de uitgever)
Nu Verkrijgbaar bij uitgeverij Nearchus CV, 2e druk juli 2011]

Prijs € 14.75

donderdag 26 juni 2008

Boekbespreking door Biblion






TRIAS POLITICA ETHICA
Ruud Thelosen

Maatschappelijke problemen en een groeiende onverschilligheid ten opzichte van de politiek laten zien dat ons democratisch bestel voor verbetering vatbaar is. Trias politica ethica bevat gezichtspunten die tot een vernieuwing van onze samenleving kunnen leiden. Wanneer parlement en regering in wetgeving zorg dragen voor een afgebakend gebied voor de economie enerzijds en het sociaal maatschappelijk leven anderzijds, kunnen de drie gebieden zich, in een gezonde wisselwerking tot elkaar, naar hun eigen wetmatigheid ontwikkelen. Trias politica ethica mikt op een herwaardering én praktische toepassing van de beginselen van vrijheid, gelijkheid en solidariteit. In dit boek wordt aan de hand van een groot aantal actuele vraagstukken getoond hoe deze gezichtspunten tot richtinggevende principes kunnen uitgroeien.

ISBN: 9789073310421 Aantal pagina's: 96 Uitvoering: Paperback Verschijningsjaar: 2006 taal: Nederlands


Review
In dit boek maakt de auteur onderscheid tussen drie maatschappelijke domeinen: overheid, economie en sociaal-maatschappelijke leven (sociale driegeleding). Voor een 'goede' samenleving heeft elk domein zijn eigen plaats en verhouding tot de andere domeinen. De auteur werkt dit uit vanuit een antroposofische visie. Door toepassing van deze driedeling op een aantal concrete maatschappelijke vraagstukken geeft hij interessante doorzichten op eigentijdse waarden en normen. Daarbij gebruikt hij metaforen en beelden die deze doorzichten op een heldere manier ondersteunen. Hoewel door het grote aantal onderwerpen er wel een wat gefragmenteerd beeld onstaat, geeft de auteur geeft een handzaam discussiekader voor actuele maatschappelijke vraagstukken. Review: Dr. G.H. Hagelstein, Biblion.