https://www.ed.nl/mening/hoekstra-is-geen-pastoor-maar-een-politicus~af4fdd07/
In het ED
van zaterdag 9-2 stond de samenvatting van de Bilderberg-lezing, die onlangs
door onze minister van Financiën Wopke Hoekstra gehouden is tegenover een groot
publiek van ondernemers en captains of industry.
Het is fijn
om te vernemen dat deze CDA-prominent zich zorgen maakt over de gewone
gezinnen, “de ruggengraat van de
samenleving” en de verslechterde positie van de middenklasse. Daarbij refereert hij aan een
WRR-rapport. Hij stelt ook vast dat de
jongeren in de lagere sociale klassen
misschien niet meer gaan studeren omdat ze te bang zijn voor eventuele hoge schulden.
Duidelijk is Hoekstra als hij het heeft over de schrikbarende
inkomensongelijkheid met een factor 171 tussen het jaarinkomen van een ceo en het
gemiddelde werknemerssalaris.
Om daarna de
aanwezigen op te roepen deze zorgen te delen en vooral er iets aan te gaan doen, is als een pastoor of predikant, die de gelovigen oproept hun leven te beteren.
Hoekstra realiseert zich kennelijk niet dat hij geen religieus leider is, maar
een politicus van wie verwacht wordt via regels en wetten heldere kaders en
afspraken te maken. Dus geen kwestie van charitas en vrijblijvendheid, maar juist
via uniforme wetgeving.
Geloofwaardiger
en overtuigender is een vergelijkbaar verhaal van topondernemer en CEO Feike
Sijbesma van DSM tijdens het World Economic Forum in Davos dit najaar. Voor een
gehoor van internationale topondernemers was dit de juiste plek, want hij praat
wel voor eigen “parochie”.
Hoekstra
vergeet kennelijk ook dat juist het CDA als belangrijke regeringspartij, de afgelopen decennia heeft meegewerkt aan de
invoering van ditzelfde studie-leenstelsel. Het CDA heeft ook te weinig zelf
gedaan aan verbeteringen van pensioenen en minima. Het CDA werkte zelfs mee aan
versoepeling van het ontslagrecht en een verslechtering van de rechtspositie voor
werknemers met vaste contracten.
De
titel: ”Help mij Nederland te hervormen”
is daarom volstrekt misplaatst. Het klinkt als een smeekbede, maar wel op de
verkeerde plaats. Een minister moet via regeringsbeleid op het vlak van
belastingen en sociale wetgeving een meerderheid zien te verwerven zodat een
wet wordt aangenomen en geëffectueerd.
Eerder was er een meerderheid in de politiek om Topinkomens in de
publieke sector aan maxima te binden, de zogenaamde Balkenende Norm, notabene
een CDA-voorman. Toen was het CDA vooruitstrevend en nu moet men weer een stap
verder gaan door ook CEO’s- en
directeurssalarissen binnen één cao te laten vallen en te reguleren.
De
wetenschappelijk vastgestelde Tinbergennorm voor inkomensverschillen dateert al
uit de jaren 70 van de vorige eeuw en wacht op invoering. Hoe belangrijk deze inkomensgerelateerde
zaken zijn blijkt ook uit de studie van Wilkinson & Pickett: “The spirit
level” . Oud-PvdA voorman Cohen benadrukte dit al in 2011 in zijn
Kerkdijklezing. Bij de SP- en GL-top is er zeker ook steun voor te vinden.
Hoekstra
doet een serieuze oproep om de verhouding tussen samenleving , overheid en
bedrijfsleven meer in balans te brengen . Daar ging juist mijn boek “Trias
Politica Ethica” uit 2006 al over, mede gebaseerd op een door Rudolf Steiner
ontwikkelde maatschappijvisie.
Wetenschappelijke bewijzen liggen er dus genoeg, maar het is juist aan de politiek om het
voortouw te nemen. Zij hebben het mandaat van de burger en kiezer, dus ga
daadkrachtig aan de slag.
Update:
Begin april komt de grote Nederlandse verzekeraar ASR met ook 60% Angelsaksische aandeelhouders in het nieuws met een geheel nieuw beloningsbeleid voor de top. Het lijkt alsof ze hebben geluisterd naar de minister van Financiën, want het nieuwe voorstel is helemaal in lijn met de eerdere oproep. Er komt geen variabele bonusregeling meer in aandelen en dus alleen een vast salaris, conform de loonschalen uit de cao. Bij nieuwe cao-afspraken stijgen alle salarissen in het bedrijf dus met hetzelfde percentage. Nog belangrijker is dat de topsalarissen maximaal een factor 20 hoger mogen zijn dan het gemiddelde werknemerssalaris. Dat is weliswaar nog geen Tinbergen-norm maar wel rigoureus veel lager dan de nu gangbare factor van 170. Hopelijk stimuleert dat de intrinsieke beloning van bestuurders en zal de bedrijfscultuur zeker een positieve boost geven.