zaterdag 9 februari 2019

Bilderberg-lezing minister Hoekstra teleurstellend.

Onderstaand artikel verscheen ook als opiniestuk in het ED op dinsdag 12-02-2019 
https://www.ed.nl/mening/hoekstra-is-geen-pastoor-maar-een-politicus~af4fdd07/






In het ED van zaterdag 9-2 stond de samenvatting van de Bilderberg-lezing, die onlangs door onze minister van Financiën Wopke Hoekstra gehouden is tegenover een groot publiek van ondernemers en captains of industry.

Het is fijn om te vernemen dat deze CDA-prominent zich zorgen maakt over de gewone gezinnen, “de ruggengraat van de samenleving” en de verslechterde positie van de  middenklasse. Daarbij refereert hij aan een WRR-rapport.  Hij stelt ook vast dat de jongeren  in de lagere sociale klassen misschien niet meer gaan studeren omdat ze te bang zijn voor eventuele hoge schulden. Duidelijk is Hoekstra als hij het heeft over de schrikbarende inkomensongelijkheid met een factor 171 tussen het jaarinkomen van een ceo en het gemiddelde werknemerssalaris.

Om daarna de aanwezigen op te roepen deze zorgen te delen en vooral er iets aan te gaan doen, is als een pastoor of predikant, die de gelovigen oproept hun leven te beteren. Hoekstra realiseert zich kennelijk niet dat hij geen religieus leider is, maar een politicus van wie verwacht wordt via regels en wetten heldere kaders en afspraken te maken. Dus geen kwestie van charitas en vrijblijvendheid, maar juist via uniforme wetgeving.

Geloofwaardiger en overtuigender is een vergelijkbaar verhaal van topondernemer en CEO Feike Sijbesma van DSM tijdens het World Economic Forum in Davos dit najaar. Voor een gehoor van internationale topondernemers was dit de juiste plek, want hij praat wel voor eigen “parochie”.

Hoekstra vergeet kennelijk ook dat juist het CDA als belangrijke regeringspartij,  de afgelopen decennia heeft meegewerkt aan de invoering van ditzelfde studie-leenstelsel. Het CDA heeft ook te weinig zelf gedaan aan verbeteringen van pensioenen en minima. Het CDA werkte zelfs mee aan versoepeling van het ontslagrecht en een verslechtering van de rechtspositie voor werknemers met vaste contracten.             

De titel:  ”Help mij Nederland te hervormen” is daarom volstrekt misplaatst. Het klinkt als een smeekbede, maar wel op de verkeerde plaats. Een minister moet via regeringsbeleid op het vlak van belastingen en sociale wetgeving een meerderheid zien te verwerven zodat een wet wordt aangenomen en geëffectueerd.  

Eerder was er een meerderheid in de politiek om Topinkomens in de publieke sector aan maxima te binden, de zogenaamde Balkenende Norm, notabene een CDA-voorman. Toen was het CDA vooruitstrevend en nu moet men weer een stap verder gaan door ook CEO’s-  en directeurssalarissen binnen één cao te laten vallen en te reguleren. 
De wetenschappelijk vastgestelde Tinbergennorm voor inkomensverschillen dateert al uit de jaren 70 van de vorige eeuw en wacht op invoering. Hoe belangrijk deze inkomensgerelateerde zaken zijn blijkt ook uit de studie van Wilkinson & Pickett: “The spirit level” . Oud-PvdA voorman Cohen benadrukte dit al in 2011 in zijn Kerkdijklezing. Bij de SP- en GL-top is er zeker ook steun voor te vinden.


Hoekstra doet een serieuze oproep om de verhouding tussen samenleving , overheid en bedrijfsleven meer in balans te brengen . Daar ging juist mijn boek “Trias Politica Ethica” uit 2006 al over, mede gebaseerd op een door Rudolf Steiner ontwikkelde maatschappijvisie. 

Wetenschappelijke bewijzen liggen er dus genoeg, maar het is juist aan de politiek om het voortouw te nemen. Zij hebben het mandaat van de burger en kiezer, dus ga daadkrachtig aan de slag. 

Update:
Begin april komt de grote Nederlandse verzekeraar ASR met ook 60% Angelsaksische aandeelhouders  in het nieuws met een geheel nieuw beloningsbeleid voor de top. Het lijkt alsof ze hebben geluisterd naar de minister van Financiën, want het nieuwe voorstel is helemaal in lijn met de eerdere oproep. Er komt geen variabele bonusregeling meer in aandelen en dus alleen een vast salaris, conform de loonschalen uit de cao. Bij nieuwe cao-afspraken stijgen alle salarissen in het bedrijf dus met hetzelfde percentage. Nog belangrijker is dat de topsalarissen maximaal een factor 20 hoger mogen zijn dan het gemiddelde werknemerssalaris. Dat is weliswaar nog geen Tinbergen-norm maar wel rigoureus veel lager dan de nu gangbare factor van 170. Hopelijk stimuleert dat de intrinsieke beloning van bestuurders en zal de bedrijfscultuur zeker een positieve boost geven.